Jan van Bakel


Nuenen 1953 - Een overblik


Terug naar hoofdmenu

Op een zomerdag in 1953, toen ik tijdens de schoolvakantie van het St. Janscollege in Den Haag gelogeerd was bij mijn ouders in Nuenen, mocht ik door vriendelijke tussenkomst van Wim van Keulen samen met hem de toren van de Sint Clemens beklimmen tot in het hoogste puntje, vlak onder het kruis. Daar bevond zich aan de achterkant een klein luikje. Daardoor kon je, met de kauwtjes als het ware onder handbereik, praktisch in alle windrichtingen het dorp overzien. Het was betrekkelijk kort nog na de oorlog en de grootscheepse - en helaas hier en daar smakeloze - veranderingen van het dorpsaanzicht waren nog niet begonnen. Dat je zoiets vandaag, in 2006, niet meer kunt zeggen doet met weemoed kijken naar de foto's die ik daar maakte.
 


1. Spits van St. Clemens

Eerst het bewijsmiddel voor de reportage: de spits van St. Clemens, gefotografeerd vanuit het hoge luikje aan de achterkant van de toren. De kauwtjes strijken telkens even neer en dan probeer ik ze gauw te klikken. Net iets te laat ...


2. De Vank - Eeneindseweg

Blik naar het zuidoosten, de Eeneindseweg richting Geldrop. In het midden aan de linkerkant is De Vank te zien, het grote parochiehuis met toneelzaal, gebouwd onder pastoor Aldenhuysen Iets verderop, na de afslag naar rechts toe van de Boterstraat, zien we de kronkel in de weg, de plaats genaamd Het Hoekje ('t Huukske). Daar voorbij, maar niet zo goed zichtbaar, de zandweg naar links toe in de richting Refeling. Voor wie het weten wil: dat is de weg die mijn ouders kozen toen ze in september 1944 uit het dorp wegvluchtten voor de aanstaande tankgevechten (zie: "De week van Dolle Dinsdag", ook in mijn rubriek Nuenen). Helemaal op de voorgrond ziet men een deel van het oude parochiehuis met vlak daarachter in volle zon het schoolplein van de lagere jongensschool die zelf niet te zien is.


3. Richting Opwetten

Een blik in zuidwestelijke richting, met de skyline van Eindhoven, als je goed kijkt: de Paterskerk en de stadskerk met haar twee torens. Tussen haakjes: sommige foto's kunt u ook in detail bekijken. Als de vorm van het muisbeeldje een handje is en u klikt, krijgt u een sterke vergroting te zien. U zult ervan opkijken. Hier ziet u dus aan de slingerende Opwettense weg duidelijk de huizen van de Witten Hond. Eventjes verder gaat naar links de Ouden Dijk eraf en daar ziet u nog wat huizen, drie of vier als ik goed tel. Eén daarvan is dat van de familie Van der Sterren. Dichter bij het dorp, daar waar de Opwettense weg voor het eerst duidelijk zichtbaar is. ziet men de boerderij van Vink en nog iets dichterbij de vier woningen die als eerste na de oorlog gebouwd zijn. Helemaal op de voorgrond het huis van de families Johan de Rooij en de weduwe Piet de Groot. Maar het is niet zeker dat deze gegevens in 1953 nog golden. En tussen voor- en achtergond het open terrein achter de fabriek van Prinsen en de achtertuinen van de huizen aan de Boterstraat, toen misschien al: de Lindenlaan.


4. Richting Boordseweg

We draaien verder naar het westen toe. Het hoofdmotief van foto 4 is de naar de horizon wijzende Boordseweg. Hij verlaat het dorp op de hoek met de Parkstraat, daar waar Hotel de Zwaan van Louwers en het café van Jan van den Oever zich bevinden. Rechts van de Boordseweg zien we de bekende garage van de familie De Rooij. Vanaf dat punt naar beneden toe (naar voorgrond van de foto) zien we achtereenvolgens: het gebouw van de openbare school (annex brandweerkazerne destijds), een tweetal dicht tegen elkaar aan gebouwde huizen van goeddeels dezelfde vorm, zijnde dat van Noud de Rooij, voorheen van de familie Van Keulen. Deze familie heeft enige tijd gewoond in het gebouw dat dienst had gedaan voor de kousenfabriek van mijn vader (we komen er nog over te spreken bij de foto van Den Berg), nadat dat was verlaten in 1936, toen mijn vader zijn nieuwe huis liet bouwen op de hoek van de Parkstraat en De Voirt (zie beneden het detail op uitsnede-foto 6). Noud de Rooij had bij zijn huwelijk het huis grondig laten verbouwen. Ik weet niet of dat in 1936 was en zo is mij ook niet bekend of hij hier nog woonde toen ik deze foto maakte. Naast dit huis ziet men een min of meer gelijkvormig tweede huis. Het heeft twee voordeuren, zoals vooral deelfoto 5 beneden duidelijk laat zien (als men de uitvergroting bekijkt!). In de helft aan déze zijde woonde te eniger tijd schoenmaker Neel Korsjes. Je kon hem, als je naar school ging, zien zitten werken achter een raampje dat uitkeek via het smalle spits toelopende gangetje dat het huis scheidde van de volgende villa: het huis van de dames Prinsen. Mooi dak met die languitlopende dakkappellen en met dat mooie ornament in de voorgevel daartussenin. Zie de details dus liefst op de uitsnede-foto 5.


5. Uitsnede van 4 : Hotel De Zwaan


6. Uitsnede van 4 : De Voirt - Parkstraat

Deze foto 6 is een volgende uitsnede van foto 4. De situatie is interessant omdat ze de zozeer veranderde Parkstraat laat zien. Ik zal de huizen volgen waar men vanachter opkijkt, te beginnen aan de rechterkant: het huis van slager Janus Smulders, het huis (twee onder één kap) van o.a. Piet van den Nieuwenhof (schilder), het oudere huis - ook weer twee woningen - van Hannes van Leuken (schilder), het huis van de familie Bunthof. En daarna het eerste huis van een reeks jongere woningen van de families, Jansen, slagerij Schoenmkers, Rooijakkers (een winkel), Zegers (de olieman) en, als ik het nog goed weet, de oude mevrouw (Opoe) Pijs. De overzijde van dit gedeelte van de Parkstraat volg ik van links naar rechts. Helemaal tegen de linkerkant ziet men nog net de hoek van het dak van mijn ouderlijk huis: het woonhuis annex fabriek dat door mijn vader in 1936 was gebouwd, getekend door Jac Smeulders, gebouwd door aannemer Jac. de Vries voor de somma van fl. 10800.-. (De waarheid kan maar ergens bewaard blijven.) Hiernaast ziet men de lange gevel van het huis waar in 1936 nog Toon en Thijs van Kemenade woonden, samen met hun zuster, allemaal ongehuwd als ik het nog goed weet, zuster en broers van pastoor Van Kemenade, die na zijn dienst aan het bisdom door een langdurig pastoraat in Stiphout (?) nog een aantal jaren rector is geweest van het St. Elisabeths-gesticht, alwaar ik hem als misdienaar lang en getrouwelijk heb gediend. Later hebben in dat huis gewoond: de families Wielek en Verstraten. Het opvolgende huis was eenmaal de boerderij van Van der Vorst, later de bakkerij van Verhallen-Vermulst. Daarnaast rechts laat de foto een object zien dat ik niet ken. Het lijkt een huis in aanbouw.

Ik vervolg de opsomming van de huizen aan beide zijden van de Parkstraat vanaf het punt dat nu bereikt is in de richting van de hoek van de Boordseweg, maar daarvoor moet men weer kijken naar de foto waarvan deze een uitsnede is: foto 4. Welnu, eerst de zijde waar men achter tegenaan kijkt en van links naar rechts. Naast slachter Janus Smulders die we al zagen: de winkel annex kappersbedrijf van Tinus van de Reek (later zijn zoon, mijn klasgenoot op de lagere school, Wim van de Reek). Dan het huis van Rijn Smeulders, voorheen kantoor van Jan Koolen van de Boerenbond. Daarna het huis van Jan Smeulders, de postbode, vader van genoemde Rijn en van Jac en Leo en hun twee zusjes. Ik geloof dat zelfs de achterkant nog te zien is van de kooi waar deze jongelui hun gevangen eekhoorns in wieltjes lieten lopen. Vervolgens de vila van Sjef de Rooij (u weet wel: met het driehoekige en het halfronde raamkozijn in de voorgevel). En dan bereiken we alweer Hotel De Zwaan en omgeving, die we hebben bekeken op de uitsnede foto 6.

En weer aanvangend bij de al bij foto 4 genoemde, mij onbekende, nieuwbouw naast Verhallen, aan de overzijde van de Parkstraat: het huis van veldwachter Damen, de bedrijvigheid van kolenboer Paans met woonhuis, schuur en schuurtje, het huis van de familie Damen (waartoe behoort Pietje Damen, mijn klasgenoot), en het woonhuis van Van den Oever (?). En zo komen we aan bij de hoek van de Boordseweg: de kuiperij en café van Jan van den Oever.

Het is jammer dat details van huizen aan de Boordseweg niet goed zichtbaar zijn. Wel natuurlijk vooraan rechts, juist voorbij Garage De Rooij, het huis van Nijs Vogels, vader van de beroemde pater Vogels, die soms uit verre missielanden zich weer in Nuenen liet zien. De volksmond citeerde graag zijn moeder, die soms opmerkte "Ja, en in Suriname is het ook erg". Maar nauwelijks andere huizen. Zelfs links van de weg zijn de boerderijen van Beks en Dook Kuipers alleen ergens te vermoeden voor wie weet waar hij moet zoeken.

Helemaal centraal op de voorgrond de eigendommen van Prinsen, brouwerij en kousenfabriek, maar weinig detail.


6. Richting Het Broek

En we zwaaien weer iets verder door, thans een beetje naar het noordwesten. Gezicht op het Park met links het Elisabeths-gesticht, het klooster van de nonnen met daarachter de school en aan de rechterkant het ziekenhuis (gebouwd 1938). Verder een mooi weids gezicht op het Broek met de huizen in de Weverstraat. Daar woonde vroeger mijn klasgenoot Jan Aarts. Mooi is ook te zien (vooral als je de vergroting van de foto bekijkt) de Telefoonstraat (Mgr. Kuitenlaan) met bijvoorbeeld het huis van groentehandelaar Brigge. En natuurlijk het kleine vierkante telefoonhuisje. Het staat vlak achter de timmerfabriek van Jac Smeulders. Zijn woonhuis is door de bomen heen zichtbaar, met naar rechts toe de winkel van bakkerij Prinsen, het woonhuis van Johan Raessens (met de bijzondere betonnen bollen ter weerszijden van de voordeur) en de woningen tot op de hoek van de weg die het Broek invoert. Iets verder naar rechts, op de andere hoek van de Telefoonstraat, was het huis van Neel van Leuven en Willem van Weert. Hun tuin reikt tot binnen de grenzen van de foto, maar de bijenstal van Willem is toch niet duidelijk te zien. Volg je op de foto de Telefoonstraat Het Broek in, dan kom je in de verte bij - zeer vaag wel - de boerderij van Van Eijk en het huis van Hugo Brouwer. Op de voorgrond van de foto Het Park met de in tweeën verdeelde vijver. Het rustieke houten bruggetje in het midden is, achter de treurwilgen, niet te zien. En zeker ook niet de daarover zondags passerende kleine stoet van nonnetjes die de hoogmis gingen bijwonen. Twee rijen links en rechts voorin de kerk, in de allereerste bank. zelfs nog vóór de kerkmeesters.


7. Den Berg

En dit is, zowat ten noorden van St. Clemens, een gezicht op wat wel als het hart van het oude dorp Nuenen kan worden beschouwd. Niet het alleroudste vanzelfsprekend want dat was, iets meer naar rechts toe, het voorste deel van de Beekstraat. Ik loop het even heel precies met u door en ik begin voor het gemak onderaan links. Daar zien we het aanzienlijke huis van Fritske Raessens, reeds aan de zuidzijde uitgebreid met een half woonhuis, maar zodanig dat het een keurig object bleef. We kijken er achter tegenaan, want het staat aan de oostelijke kant van de straat. De straat volgend zien we het huis van de dames Koûn, waarvan Truu het postkantoor voerde. Het huis dat iets verderop met zijn gevel naar de weg staat was een kuiperij, naar ik meen van Van Maasakkers, aan wie ook het volgende huis hoorde, waarin een winkel van ijzerwaren en zo gevestigd was. Tussen het genoemde postkantoor en deze beide gebouwen stond nog iets, ik meen zelfs een gesloten burgerhuis met bomen ervoor, maar ik kan dat op het beeld van de foto niet goed plaatsen. Na Van Maesakkers volgt het huis van Rooijakkers, de familie waartoe ook ene Pater Rooijakkers hoorde, voor wie ik ook nog wel eens de mis gediend heb toen die op verlof was uit de missie. en daaraan vastgebouwd binnen één daklijn het huis van slagerij Frans Smulders. Net voorbij een grote boom op de voorgrond is dan te zien de boerderij van Jan Rooijakkers, onze buurman van tegenover toen wij nog op den Berg woonden en getuige bij de aangifte van mijn geboorte op het gemeentehuis. Op deze foto is nog wel het grote erf van die boerderij te onderscheiden. Het huis had aan beide uiteinden een naar achteren gerichte uitbouw, aan de noordkant een melkhuis met spoelgoot en aan de zuidkant met een open mestvaalt, varkens- en paardestal, hooizolders en een bescheiden inrit voor een kar, De grote schop die het erf van achter begrensde staat er al niet meer. Ze herbergde kippenkooien, wat plaats voor kleine rommel en de beste-kamer (de wc). Via een doorgang links van dat toilet kwam je in een aparte grote ruimte, met een nok die dwars stond t.o.v. die van de eigenlijke schop. Dat was vooral de plaats voor de karren, de hoogkar en de aardkar. Het langgevelige huis van de boerderij behelsde van zuid naar noord: 1. de schuur met inrit en dorsvloer, 2. de koestal met voorstal, stalplaatsen voor de koeien, een groep en een achterstal, 3. het woongedeelte met twee kamers (ter weerszijden van de voordeur), een keuken aan de achterkant met stookplaats (waar gewoond werd), een trap naar de opkamer met daaronder een ingang tot de kelder, een waterpomp met gootsteen, en een stookplaats met plattebuiskachel en een open schoorsteen. Verder vanuit deze achterruimte een doorgang naar andere kamers aan de noordkant, waar de oude weduwe Rooijakkers woonde, De noordgevel had voor haar een aparte voordeur. Eindeloos hebben wij dat alles, behalve natuurlijk de behuizing van opoe's, in onze vroege schooljaren doorspeeld en doorrommeld. Op zolder aten wij stiekem lijnkoeken die in grote kartonnen dozen zaten, om te weten hoe dat was: een koe te zijn.

Hier gaan luchtfoto's dus over in geschiedschrijving. Ik vervolg. Het volgende huis is het deftige Nune Ville, waar de dominee woonde (Plug). Daarna komt de oude pastorie waar de protestantse dominees vroeger huisden, het bekende huis van Van Gogh. Het is gemakkelijk te herkennen aan de twee schoorstenen op de einden van de nok. Verderop zijn de afzonderlijke huizen moeilijk te onderscheiden, De straat buigt geleidelijk naar rechts waar zij zal vervolgen in de richting van de Papenvoort en een asfslag naar rechts zal bieden: de Beekstraat. De grote Lindenboom, eeuwenoud pronkstuk, staat hier nog in volle glorie. Hij is onttakeld in 1994 rond de kerstdagen (NRC, 29-12-1994).

Laten we de overzijde van den Berg bezien vanaf het opvallende witte huis in het midden. Dat was waar Annie Van Wijk-De Vries woonde, de weduwe van Wout van Wijk. Het volgende huis dat ten dele schuilgaat achter de bomen is dat van Teunissen. Het waren weer twee huizen onder een lange kap (juist zoals bij Rooijakkers-Smulders ertegenover). Het tweede werd bewoond door Trieneke Teunissen (Trieneke van den Tunnis), de weduwe van de voormalige gemeentesecretaris. Zij was onze buurvrouw. Direct op haar huis volgde, hier ook volkomen onzichtbaar, het huis van mijn ouders, door mijn vader gebouwd in 1927, waarin ik als eerste geboren werd.

Het eerste huis dat, iets meer naar rechts, helemaal zichtbaar is is dat van mijn grootouders, Hannes van Dijk en Beth van den Nieuwenhof. Het is mij niet bekend hoe oud het is en wie het gebouwd heeft. Wel herinner ik me vaag dat in verband met dat huis gesproken werd over "Begeman", maar dat is dan ook alles. Weer een plaats verder naar rechts is dan de boerderij van Huizing te zien - "Huuzing" was dat in de volksmond - die met haar gevel naar de weg stond en dan volgt het raadhuis.


8. De Akkers - de Beekstraat


9. De Kerkhof - Den Oude Kerkhof


10. St. Clemens vanaf De Oude Kerkhof

    

11. Dak van de pastorie      12. De Pastorietuin

Deze spreken wel voor zichzelf...