| 
  
                                        
       | 
       
   
       
       
Ziggy
  
 Daar zit hij. Geboetseerd door zonlicht
 de voorste voetjes warm bijeengevoegd,
 de staart er in een boog omheen geslagen,
 wikkend en wegend of hij mooier is
 dan de granieten broeder uit Egypte,
 3000 jaar museaal  gepolijst.
  
 Daar zie ik hem. Maar ginds ligt hij begraven,
 juist in het zwaartepunt tussen drie beuken,
 onder de steen, zijn naam, twee jaartallen,
 en werkend voor het derde jaar alweer
 aan zijn onsterfelijkheid hier in mijn kop.
    
    
 
 Jan van Bakel
  | 
 | 
 
 |